In het binnenland van Normandië leven niet veel wilde dieren meer.
Vossen, otters en reen behoren tot de grootste zoogdieren. In de
hagen van het bocage landschap is het een komen en gaan van allerlei
soorten vogels: leeuweriken, lijsters, merels, roodstaarten,
boszanger, bastaardnachtegalen en grasmussen. Voor roofvogels als
torenvalken, sperwers en steenuilen is het hier vanzelf ook goed
toeven. Zeebewoners voor de kust van Normandië zijn onder andere
kreeften, krabben, bulots, venusschelpen, Sint-Jakobsschelpen,
kokkels, zwemkrabben, zeespinnen, ruwe alikruiken, het
brakwaterhorentje, de penhoren en de pelikaansvoet. Een bekende
mosselsoort is de coquille St-Jacques. Vissers vangen voor de kust
makreel, tong, schol, zeebaars, zeepaling en zeekat.
Langs de kust, langs rivieroevers en in vennen leven vogels als
snip, waterhoen, reiger, Noordse stormvogel en de kleine
kuifaalscholver. |