De voorbereiding van de landing is reeds vroeg
gestart. De eerste landing vond plaats thv Boulogne op 4 juli 1940, een
maand nadat de Engelsen waren gevlucht van het vaste land. Er
werd geen grote schade aangebracht, maar het principe van deze
actie was om aan te geven dat de Engelsen zich niet zomaar
lieten verjagen.
Film D-day Normandie (You-Tube)
Eind 1940 was er al een
werkgroep opgericht met de bevelhebbers van de geallieerde troepen. Er volgen nog een aantal van dit soort landingsacties over de
gehele wereld. Wanneer de Amerikanen zich ook in de strijd mengen is er
al een eerste vergadering met hen eind 1941. Ze plannen een grootse
landing in Europa voor het jaar 1942. Het doel van eerdere landingen lag
hem in het feit dat deze zogenaamde 'testlandingen' de geallieerden in
staat stelde om verschillende methodes en materialen te testen om de
haalbaarheid en slagkracht. Eén van de belangrijkste 'testlandingen' was
deze van Dieppe op 18 maart 1942.
Een ander belangrijk doel betrof de conclusies die de Duitsers trokken
uit de acties:
- een landing steeds zou plaats vinden bij vloed;
- steeds ten noorden van de Seine (afstand is korter);
- steeds aan een haven gebeuren om materiaal aan land te brengen.
De testlandingen hadden helaas wel een keerzijde; namelijk het feit dat
ze veel levens hebben gekost. In Dieppe lieten er meer dan 4400
geallieerde soldaten het leven. Deze landing stond onder het commando
van Lord Mountbatten en heeft voor de Britten aangetoond dat landen in
een haven onmogelijk was. Ze lagen constant onder artillerievuur. De
vernietigingen in de haven waren zo groot dat er te veel obstakels waren
en de haven zelfs totaal onbruikbaar was.
Majoor-Generaal Richard Gale spreekt
Het voorbereiden van de grote landing was ook een machtsspelletje tussen
de geallieerde troepen en zijn bevelhebbers. Uiteindelijk zou Eisenhower
het pleit winnen van Mac Arthur. Generaal Eisenhower heeft de operatie
Troch in Noord-Afrika met succes afgerond. Ook Mac Arthur heeft een paar
landingen op zijn palmares kunnen schrijven (Talagi, Stille Oceaan en
Guadalcanal). De naam van de grootste landing ooit is bedacht door Mac
Arthur: OVERLORD.
Voor een geslaagde operatie was het nodig om gedetailleerde kaarten van
de kustlijn te hebben. Maar aangezien de beschikbare Franse stafkaarten
(1:80.000) uit rond 1890 dateerden en niet voldoende detail bevatten,
was het noodzakelijk om nieuwe kaarten te maken. Met hulp van het Franse
verzet, en Britse verkenningsvluchten met Spitfires waarbij luchtfoto's
werden genomen werd de geografie en bewapening in kaart gebracht. De
militaire cartografie is van cruciaal belang geweest voor het slagen van
de invasie.
Uiteindelijk zouden ze het bij een kleine aanval houden in 1942 en
zouden dan in 1943 de grote landing doen. Maar, een jaar later, in 1943
doet men de eerst landing in Sicilië en Overlord, code voor de landing
in Normandië, is verschoven naar 1944. De echt gecombineerde (meerdere
geallieerde troepen) landingen startten op 9 juli 1943, dan vallen ze
immers Sicilië binnen. Niet minder dan 160 000 manschappen ontschepen op
een kustlijn van 140 km. Deze landing is een "oefening" voor OVERLORD en
levert zeer veel nuttige informatie op.
Zo zijn er nog vele kleine "raids" langs de kustlijn, zoals in
Gravelines, Etretat, Middelkerke en Scheveningen. De bedoeling hiervan
was tweeërlei:
- de vermoedens van de Duitsers bevestigen;
- wederom als oefening en om het materiaal uit te testen.
De landing 'OVERLORD' was voorzien voor 1 mei, het werd 5 juni 1944, dit
had te maken met de slechte weersomstandigheden. Meer dan 3 miljoen
soldaten verbleven in Zuid-Engeland wachtend op het startschot.
De Duitse reactie
In november 1943 besloot Hitler dat de dreiging van
een invasie in Frankrijk niet langer kon worden genegeerd. Alles wat
Duitsland nog aan pantserreserves kon vrijmaken, werd gereserveerd voor
de opbouw van een pantserstrijdmacht in Frankrijk. Zo had alleen al de
dreiging van een invasie als gevolg dat Duitsland aan het Oostfront geen
enkel strategisch initiatief kon ondernemen. Veldmaarschalk Erwin Rommel
werd aangesteld als Inspecteur van de kustverdediging (Atlantikwall), en
later als commandant van Legergroep B, de grondstrijdkrachten die waren
belast met de verdediging van Noord-Frankrijk.
Rommel was ervan overtuigd dat een invasie alleen kon worden gestopt
door een tegenaanval op de stranden. Dit diende zo vroeg mogelijk te
geschieden, met pantservoertuigen of met sterke ondersteuning daardoor,
als de vijand nog geen gelegenheid had gehad een stevig bruggenhoofd op
te bouwen. Rommel wilde dan ook de beschikbare pantsereenheden zo dicht
mogelijk bij de kust stationeren. Maar Rommels bevoegdheden waren
tamelijk beperkt, doordat hij geen opperbevelhebber van de Duitse
strijdkrachten in het westen was: die titel was voorbehouden aan
veldmaarschalk Gerd von Rundstedt. En Von Rundstedt gaf de voorkeur aan
een legering van de pantsertroepen dieper in het achterland, zodat eerst
de aanvalsrichting van de vijandelijke troepen kon worden bepaald,
waarna een krachtige tegenaanval kon worden gelanceerd. Von Rundstedt
werd in zijn visie gesteund door de commandant van Panzer Groep west,
Geyr von Schweppenberg, die op zijn beurt gesteund werd door
generaal-kolonel Heinz Guderian, de inspecteur-generaal van de
pantsertroepen.
Dit verschil in opvattingen had te maken met de oorlogservaring van de
verschillende bevelhebbers. Von Rundstedt en Guderian hadden hun
frontervaring opgedaan in een periode dat de Luftwaffe een overweldigend
luchtoverwicht had. Rommel had juist ervaren hoezeer de geallieerden hun
overwicht in de lucht wisten uit te buiten. Ten tijde van de invasie
bestond de Duitse luchtverdediging van de noord-Franse kust uit slechts
169 vliegtuigen, omdat de vliegvelden in dit gebied reeds lang
onderhevig waren aan voortdurende geallieerde bombardementen. De
Luftwaffe zou op 6 juni slechts twee acties uitvoeren.
Om aan de discussie een eind te maken, splitste Hitler de zes
beschikbare pantserdivisies in noord-Frankrijk op. Drie werden onder
direct bevel van Rommel geplaatst; de andere drie werden op afstand
gelegerd en konden niet zonder de directe toestemming van Hitlers
persoonlijke staf worden ingezet.
Keuze van de landing
Eisenhower ontmoet enkele paratroepers voor de aanval
Door het beperkte vliegbereik van de geallieerde jachtvliegtuigen
Spitfire en Hawker Typhoon was de keuze van de landingsplaatsen beperkt.
De geallieerden maakte van iedere streek de pro's en contra's op.
De Belgische en Nederlandse kuststrook had niks anders dan nadelen:
- te ver van de Engelse vliegvelden;
- weinig toegankelijke plaatsen (diepgang te weinig);
- de duinen staan in de weg.
Bovenstaande en geografische omstandigheden beperkten de keuze tot het
Nauw van Calais en de stranden van Normandië. Calais lag het dichtst bij
het Verenigd Koninkrijk, de stranden waren het meest geschikt om te
landen, en de marsroute naar Duitsland was het kortst. Maar omdat een
landing op deze kust erg voor de hand lag, en Hitler ervan was overtuigd
dat de geallieerden hier zouden landen, was dit stuk kust ook het
zwaarst verdedigd. Dit gaf de doorslag in de keuze voor Normandië.
Normandië bood voordelen:
- een heel eind verwijderd van de dichtbevolkte zones;
- weinig versterkingen en weinig concentratie van Duitsers;
- minder zwaar verdedigd dan het Nauw van Calais
- 600 km. van de Siegfriedlinie;
- ideale stranden voor een landing met amfibievoertuigen;
- mogelijkheden om een haven uit te bouwen;
- opmars van Duitsers kon afgesneden worden door de vernietiging van de
bruggen over de Seine en de Loire;
- meer dan 100 geallieerde vliegvelden op minder dan 250 km. van
Calvados;
- Cherbourg (haven) kan men bij ieder getij gebruiken, doordat het een
haven is in diep water.
Het nadeel van Normandië:
- de grote afstand van Zuid-Engeland voor de overtocht van de troepen en
de bommenwerpers.
Als gevolg van de mislukte Canadese aanval op Dieppe in 1942, werd
besloten geen directe aanval op een havenstad te ondernemen. Landingen
over een breed front in Normandië moesten een bedreiging vormen voor de
haven van Cherbourg en havens in Bretagne. Daarna zou een aanval via
Parijs naar de grens van Duitsland volgen. Normandië vormde een
onverwachte maar strategische springplank die de Duitsers zou verwarren
en tot versnippering van hun troepen zou kunnen leiden.
Zes maanden voor D-day
Reeds zes maanden voor de landing begon men aan
de vernietiging van de V1-basissen. Hiervoor waren er meer dan 32.000
vluchten nodig om deze operatie tot een succesvolle einde te brengen.
Ook de bruggen over de Loire en de Seine, stations en spoorlijnen vielen
onder de bommenregen van de geallieerden. Hierdoor konden de Duitsers
moeilijker troepen sturen naar de Normandische kust. Er werden trouwens
meer dan duizend locomotieven vernietigd.
Zes weken voor D-day werden in de regio alle vliegvelden en radars
vernietigd. Uiteindelijk werd de Atlantikwal aangepakt. De geallieerden
waren heel sterk in de lucht. Niet minder dan 15.000 vliegtuigen stonden
klaar voor de grote dag. Tijdens de nacht van 5 op 6 juni hebben ze ook
nog eens gezorgd voor een afleidingsmanoeuvre door poppen aan een
parachute te binden.
Ook vlak voor de landing werd de kuststrook 'opgeruimd' met een
bommentapijt. Tijdens D-day werden er slechts iets meer dan 100
vliegtuigen van de geallieerden uitgeschakeld. En de zeemacht? Die waren
bezig met onderzeese kabels aan te leggen, kunstmatige havens maken en
de beschietingen ondersteunen.
Inzet divisies
Aanvankelijke zouden drie divisies vanuit zee landen,
ondersteund door twee luchtlandingbrigades. Montgomery breidde dit snel
uit tot vijf divisies over zee en drie via de lucht. In totaal zouden 47
divisies voor de operatie worden ingezet; 26 divisies van Britten,
Canadezen, Commonwealth-troepen en vrije Europeanen, en 21 Amerikaanse
divisies.
Onder bevel van admiraal Sir Bertram Ramsay zouden bij de invasie meer
dan 6.000 vaartuigen worden ingezet, waaronder 4.000 landingsvaartuigen
en 130 oorlogsschepen voor de beschieting van de kust. Daarnaast zouden
12.000 vliegtuigen onder bevel van luchtmaarschalk Sir Trafford
Leigh-Mallory worden ingezet om de landingen te ondersteunen, inclusief
1.000 transportvliegtuigen om de 20.000 parachutisten en
luchtlandingstroepen over te brengen. 5.000 ton bommen werd tegen de
Duitse kustverdediging ingezet. Volgens documenten uit het Generaal
Eisenhower Archief, hebben (in zijn totaliteit) 7.000 schepen aan de
invasie meegedaan, dus inclusief zowel de directe als niet-direct
betrokken schepen.
Doelen
In de eerste veertig dagen moesten de volgende doelen worden
bereikt:
- een bruggenhoofd vestigen, inclusief de steden Caen en Cherbourg,
waarbij Cherbourg belangrijk was wegens de haven -uit het bruggenhoofd breken om Bretagne en de havens langs de
Atlantische kust te bevrijden, en verder op te rukken, met een frontlijn
die zou lopen van Le Havre via Le Mans tot Tours.
Na drie maanden moest een gebied zijn ingenomen dat werd begrensd door
de rivieren de Loire in het zuiden en de Seine in het noordoosten.
Speciale voorbereidingen
Voor de landing in Normandië en het opruimen
van de door de Duitsers aangelegde versperringen, werd onder leiding van Generaal-Majoor Percy Hobart een aantal speciale voertuigen ontwikkeld;
onder meer de Duplex Drive Shermantank die bleef drijven en varend het
strand kon bereiken; de Sherman Crab, een normale Shermantank met een
vlegel voor de tank die alle mijnen opruimde zonder de tank te
beschadigen; bruggenleggende Churchilltanks; en tanks die loopgraven
konden opvullen en rijpaden konden aanleggen. Deze voertuigen werden ook
wel Hobart's Funnies genoemd.
Het plan voorzag ook in de bouw van twee kunstmatige Mulberryhavens om
gedurende de eerste paar weken van de campagne, als er nog geen
zeehavens veroverd zouden zijn, de noodzakelijke voorraden zo snel en
efficiënt mogelijk aan land te kunnen brengen. Operatie PLUTO (Pipe Line
Under The Ocean) bestond uit een serie onderzeese buizen die brandstof
uit Engeland naar de invasiestrijdkrachten zou overbrengen.
De Atlantikwal
Op het ogenblik van de invasie hadden de Duitsers
15.000 kilometer kustlijn te verdedigen. Aan de Atlantische kust hadden
ze de Atlantikwal gebouwd. Een verdedigingslijn met bunkers en zwaar
geschut die hen moest behoeden van een invasie vanuit de zee. De
Atlantikwal was pas voor 18 % afgewerkt. De Atlantikwal werd verdedigd
door Veldmaarschalk Rommel. Zijn divisies bestonden voor een groot deel
uit oude of heel jonge soldaten en vreemdelingen. In het achterland
lagen de geharde eenheden. De westelijke verdedigingslijn was verzwakt
doordat het Oostelijk front veel manschappen gebruikte.
De Atlantikwal was 5.300 km. lang, van de Noordkaap tot aan de Spaanse
grens. Er moesten 15.000 bunkers komen, tussen de bunkers moesten
kazematten komen. De kust moest overdekt worden met mijnen, prikkeldraad
en obstakels, zowel op de stranden als onder water. Als dit gerealiseerd
zou zijn geweest dan had een landing veel meer mensenlevens geëist.
De Duitsers hadden slechts 500 vliegtuigen die konden vliegen, de
geallieerden hadden er 15.000. Wegens brandstofgebrek hadden de Duitse
piloten slechts 50 oefenuren, i.p.v. de vereiste 260, met veel
ongevallen als gevolg.
Drie Duitse pantserdivisies stonden klaar in de kuststrook, maar twee
ervan konden alleen onder bevel van Hitler zelf worden ingezet. Deze
beperking zou Duitsland noodlottig worden. De landmacht van Hitler was
uitgeput, de artillerie was vrijwel geheel aangewezen op de trekkracht
van paarden. De soldaten spraken een mengelmoes van talen.
Met de Duitse zeemacht was het niet veel beter gesteld, ze had nagenoeg
geen oorlogsschepen meer, alleen nog een 50-tal onderzeeërs.
Afleidingsplan
(foto: batterie-Merville.com)
Om de Duitsers in de waan te brengen dat de werkelijke aanval bij het
Nauw van Calais zou plaats vinden, zetten de geallieerden een massale
misleidingscampagne op. Deze werd Operatie Fortitude genoemd. In de
buurt van Dover werd een geheel fictief Eerste Amerikaanse Legerkorps
gecreëerd, met nepgebouwen, nepuitrusting (waaronder opblaastanks), en
nep radioverkeer. Generaal Patton werd als commandant van de eenheid
genoemd.
De Duitsers deden hun uiterste best om de juiste landingsplek te
ontdekken, en hadden een uitgebreid netwerk van geheimagenten in
Zuid-Engeland. Deze waren allemaal ontmaskerd door de Britten, en werden
ingezet als dubbelspionnen om de Duitsers te misleiden. Ze bevestigden
de Duitse vermoedens dat de invasie bij het Nauw van Calais zou plaats
vinden.
Om deze illusie in stand te houden, werd voorafgaand aan de eigenlijk
invasie het gebied rond Calais veel zwaarder gebombardeerd dan de
landingszones in Normandië. Ook na 6 juni bleven de geallieerden
radarinstallaties en verdedigingswerken rondom Calais intensief
bombarderen. Lange tijd verkeerden de Duitsers in de veronderstelling
dat de aanval in Normandië slechts een afleidingsmanoeuvre was. Op bevel
van Hitler werden tankeenheden achter de hand gehouden om tegen de
verwachte aanval bij Calais te worden ingezet. Toen de waarheid tot de
Duitsers doordrong was het te laat.
Het Plan
Britse 6de luchtlandingsdivisie, waaronder de 8ste en 9de
parachutistenbataljons van de 3de parachutistenbrigade en de 1ste
Canadese parachutistenbataljon, voeren ten oosten van de Orne rivier een
luchtlanding uit per parachute en zweefvliegtuig om de linker flank te
beschermen.
Britse speciale eenheden landen bij Ouistreham in de Queen Red sector,
de meest linkse sector.
De Britse 3de infanteriedivisie landt samen met de Britse 27ste
pantserbrigade op Sword Beach, van Ouistreham tot Lion.
Britse speciale eenheden landen ver rechts van Sword Beach.
De Canadese 3de infanteriedivisie, Britse 2de pantserbrigade en een
marinecommando landen op Juno Beach, van St Aubin tot La Riviere.
Het Britse 46ste Commando's bij Juno landt op een klif aan de
linkerzijde van de monding van de rivier Orne om een daar gebouwde
geschutsbatterij te vernietigen. (Het vuur van de batterij bleek zo
verwaarloosbaar dat deze eenheid op zee werd gehouden als drijvende
reserve, ze ging pas op D+1 aan land.
De Britse 50ste divisie en de Britse 8ste pantserbrigade landen op Gold
Beach, van La Riviere tot Arromanches.
Commando 47 (RM) landt aan de westflank van Gold beach.
Het Amerikaanse vijfde legerkorps (US 1ste infanteriedivisie en US 29ste
infanteriedivisie) landt op Omaha Beach, van St. Hondrine tot Vierville
sur Mer.
US 2nd Ranger bataljon bij Pointe du Hoc.
Het Amerikaanse zevende legerkorps (US 4de infanteriedivisie landt, met
andere eenheden) op Utah Beach, rond Pouppevile en La Madeleine.
De US 101ste luchtlandingsdivisie landt rond Vierville.
De US 82ste luchtlandingsdivisie landt rond Sainte-Mère-Église, ter
bescherming van de rechterflank.
De Valse Start
Men moest de dag voor de landing om 04.00 uur het
startsein geven om 's anderdaags om 06.30 uur te kunnen landen. Op 3
juni bij een stralend weer moet men aanhoren dat het zodanig slecht weer
zal worden dat een landing onmogelijk zal zijn. Op 4 juni 's morgens is
het weer nog steeds goed, maar de vooruitzichten zijn slecht. Eisenhower
besluit om 24 uur uit te stellen. Ondertussen waren de schepen wel al
vertrokken, gezien de geplande datum van 5 juni en het mooie weer. Alle
schepen werden teruggeroepen.
Voor 6 juni werd er een tijdelijke verbetering verwacht. Eisenhower
heeft het zeer moeilijk. Indien het zeer slecht weer is zal de landing
mislukken en zou het einde van de oorlog er wel eens heel anders kunnen
uitzien. Als men het zou uitstellen dan moest dit voor twee weken zijn,
men kon immers alleen landen bij springtij. Tegen dan zou de
landingsplaats zeker uitgelekt zijn, want iedereen had reeds zijn orders
ontvangen. De moraal zou zeker een ferme deuk krijgen.
Op maandag de vijfde juni om 03.30 uur 's morgens wordt die lichte
weersverbetering bevestigd en Eisenhower besluit het erop te wagen. Het
vertreksein werd gegeven voor de grootste militaire operatie ooit.
De Landing
Reeds om middernacht werden de parachutisten achter de
linies gedropt. De schepen en landingsvaartuigen wachten tot 03.30 uur
om te vertrekken vanuit de Assembly Area (halverwege beide kusten).
Tussen 6 en 8 uur 's morgens vinden alle landingen plaats.
Een landingsstrand
Eerste landing op UTAH BEACH (het is nu eb!). Een groot succes, ze landen op 900 meter van de voorziene plaats.
Geen tegenstand. De voertuigen komen allemaal probleemloos aan land.
Landing op OMAHA BEACH
Landing Omaha Beach
Grote verliezen door vele obstakels (falaisekust), veel materiaal en
schepen gaan verloren. Een zware Duitse verdedigingspost was niet
doorgegeven door de inlichtingen, zeer veel dode en gewonde geallieerde
soldaten. Generaal Bradley denkt op een bepaald ogenblik om terug te
trekken, maar ze zetten toch door en 's avonds zijn ze 1500 meter verder
landinwaarts.
Landing op GOLD BEACH Moeilijke landing: windsterkte 5. Vele amfibievoertuigen en schepen zijn
verloren. Obstakels op het strand, zieke soldaten door de wilde zee en
precies vuur van de Duitse soldaten zorgen voor grote verliezen. 's
Avonds pas hebben ze de eerste dorpen kunnen innemen.
Landing op SWORD Door de sterke stroming moeten ze afgezet worden op 4 km. van de kust,
mede daardoor verliezen ze zo de helft van de twee bataljons
amfibievoertuigen. Niettegenstaande schieten ze in het begin goed op.
Later raken ze stokvast gedurende 33 dagen!
Landing op JUNO BEACH
Landing Juno Beach Ze komen met een vertraging van 30 minuten aan, het is stilaan eb. De
kuststrook ligt bezaaid met mijnen. De Duitsers verwelkomen ze met
kanonvuur, mitraillettevuur en granaten. Toch komen de geallieerden door
de vijandelijke linies, zij het met één dag vertraging.
Hoe het allemaal fout ging voor de Duitsers l De geallieerden hadden
plannen opgezet om de Duitsers te misleiden. Zo was het hoofdkwartier
van Montgomery in Portsmouth gevestigd en zijn radiozender stond in
Kent. Dit alles zou wijzen op een invasie in het "Nauw van Calais". In
Kent stationeerde men een onbestaand leger, met valse zweefvliegtuigen
en landingsvaartuigen, terwijl de echte werkzaamheden plaats vonden in
Zuid-Wales.
Daar lagen alle schepen en waren de 3,5 miljoen soldaten gestationeerd.
Maar de Duitsers konden dit nooit zien. De verkenningsvliegtuigen hadden
maar een vliegbereik tot Kent. De Duitsers wisten dat er een invasie zou
komen. Rommel dacht aan Normandië, Von Rundstedt aan Pas de Calais.
Hitler geloofde eerder Rommel, maar verdeelde de troepen over beide
zijden. Omdat men bleef geloven dat de landing in Pas de Calais zou
plaatsvinden werden deze troepen zeer laat na de invasie weggetrokken
voor de tegenaanval. De Duitsers dachten immers dat de invasie in
Normandië een afleidingsmanoeuvre zou zijn.
Begin juni 1944 was het slecht weer en er woedde een hevige storm,
niemand geloofde dan in een invasie. Daardoor was Rommel voor een
familiebezoek naar Duitsland. De commandant van Normandië leidde
manoeuvres in Bretagne en zijn plaatsvervanger was weg met een liefje
tijdens de invasienacht. De geallieerden bombardeerden Normandië de
nacht voordien, maar Von Rundstedt bracht het leger van Calais in
paraatheid, niet dat van Normandië.
Von Rundstedt vroeg reeds om 4 uur in de morgen van de 6de juni om zijn
troepen te laten oprukken. Berlijn aarzelde of het wel om een echte
invasie ging. Pas laat in de namiddag kreeg hij de toestemming. Pas om
middernacht kon hij de echte tegenaanval starten, met de
reservepantserdivisies en troepen uit Bretagne. Dit was 24 uur nadat de
eerste parachutisten aan land waren.
L'Etat-Major kon maar geen beslissing nemen. Ze moesten absoluut zeker
zijn dat het "de" invasie was. Niemand had de moed het aan Hitler te
vragen want hij sliep. Niemand wou immers zijn slaap verstoren. Ze
bleven er heilig van overtuigd dat de echte invasie in Pas de Calais zou
plaatsvinden. De 200.000 soldaten in Calais moesten daar blijven, voor
een invasie die er nooit zou komen. Hitler maakte er zelfs moppen over
en dacht hij ze op één dag terug in zee zou gedreven hebben. Maar toen
was het al te laat. De verrassing was compleet!
Interessante links over D-Day in Normandie
►Oorlogsmusea in
Normandie
►Amis du
Suffolk Bijzondere website over bunkers en
gedenkplaatsen in de Calvados.
►Battlebus Tours langs gedenkplaatsen in Normandie.
►
Bunkerpictures Foto's van bunkers uit de tweede wereldoorlog,
overzicht van locaties met veel informatie.
►D-Day
Battletours Overzicht van tour mogelijkheden, o.a. tours
met een oud legervoertuigen.
►D-Day Academy Keuze uit zeer veel tours door Normandie, ook
in oude legervoertuigen.
►Normandie
Memoire Mooie en zeer uitgebreide site over alles wat
met D-Day te maken heeft, veel links.
►Normandy
Sightseeing Tours Rondritten met WO 2 als thema.
►Normandy 1944 Website met veel info over D-Day.
►Percee du
Bocage Een bijzondere blik op de geschiedenis met
licht en geluidseffecten in Calvados.